[22] Een excursie naar Zuid-Albanië

Mijn vrouw en ik namen in de zomer van 2024 deel aan een excursie naar Zuid-Albanië. We kwamen aan in de havenstad Sarandë, waarvan onze tourguide gids trots meldde dat sommigen deze plaats vergeleken met Monte Carlo. Nu moet ik toegeven dat er van grote afstand inderdaad enige gelijkenis bestaat: de meeste gebouwen zijn wit. Dichterbij gekomen zie je echter dat Sarandë een verzameling van troosteloze appartementencomplexen en hotels is geworden en nauwelijks berekend is op het moderne verkeersaanbod.
[Monte Carlo Sarandë]

Het is geen wonder: Sarandë is in korte tijd gegroeid van 2,000 naar 20,000 inwoners. Sinds de val van het communisme, zo meldde onze gids trots. Dit bleek een cruciaal moment in de moderne Albanese geschiedenis: de val van het communisme in 1990 werd voortdurend benoemd als ijkpunt.

We vertrokken naar Butrint, een adembenemend archeologisch complex dat wonderwel de tand des tijds heeft doorstaan. Begonnen als een Oudgriekse polis (stad) met de naam Bouthrōtón (Βουθρωτόν) werd er een uitgebreid tempelcomplex gebouwd, dat grotendeels bewaard is gebleven. De latere Romeinen bouwden er hun eigen tempels, villa's, een amfitheater en een aquaduct. Grotendeels bewaard gebleven. Ook de restanten van een vroegchristelijk kerkje zijn er nog te bewonderen. Er volgde nog even een korte bezetting door de Venetianen, maar uiteindelijk werd de stad verlaten doordat er na een zware aardbeving in het gebied moerassen ontstonden. Moerassen betekenden destijds immers vervelende uitbraken van malaria.
Onze Albanese gids loodste ons trots door het uitgebreide complex. Toen ik luchtig opmerkte dat Grieken en Romeinen het complex hadden opgebouwd en we dus nog geen Albanese bouwkunst hadden kunnen bewonderen, keek ze wat treurig.

Vervolgens verplaatsten we ons naar het nabij Sarandë gelegen kasteel Lekuresi (Kalaja e Lëkurësit), gebouwd door de Ottomanen en door een 'restauratie' totaal verprutst. Buiten het kasteel staat een oud Italiaans stuk luchtdoelgeschut, een overblijfsel van de Tweede Wereldoorlog.
Is er dan helemaal niets wat de Albanezen zelf hebben gepresteerd, zo zal de aandachtige lezer zich afvragen. De hele regio staat immers boordevol olijfbomen die de perfecte olijfolie produceren. Hoewel al vanaf de oudheid olijfolie in het land werd geproduceerd is de reden van die overdaad aan olijfbomen een externe factor geweest. De reden was de verwoesting van Corfu in 1537 door de troepen van de Ottomaanse sultan Süleyman I (1494-1566), waarbij ook vrijwel alle olijfgaarden werden vernietigd. De olijfolie werd destijds voornamelijk geëxporteerd naar Venetië en dat was dus een gevoelig verlies. Venetianen besloten daarom dat in alle Venetiaanse bezittingen, waaronder Albanië, meer olijfbomen moesten worden aangeplant. De inwoners kregen er zelfs voor betaald.

Koop je Albanese Aljeta extra vierge olijfolie hier.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten