Veel kennis over het gebruik van kruiden en specerijen werd van generatie op generatie doorgegeven. Tegenwoordig is veel van die kennis verloren gegaan. Slechts grootmoeders weten nog iets van deze traditionele geneeskunst en dat betekent dat deze kennis binnenkort helemaal verloren zal zijn.
Wij van Aljeta hebben een aantal oude recepten van grootmoeders uit Albanië meegekregen, maar zullen proberen die in een modern jasje te gieten.
In Albanië is men overtuigd van de voordelen van de combinatie van extra vergine olijfolie, honing en citroensap. Men maakt er een soort elixer van die zou helpen om je weerstand tegen ziekten te verbeteren, terwijl op de lange termijn je hart en bloedvaten beschermd worden. Ook lijkt het drankje een positieve invloed te hebben op je geestelijke gezondheid.
De gezondheidsvoordelen van de ingrediënten:
- Extra vergine olijfolie bevat veel enkelvoudig en meervoudig onverzadigde vetzuren, die een positieve invloed hebben op je hart en bloedvaten, terwijl een stofje in de extra vergine olijfolie, oleocanthal, zelfs een pijnstillende werking heeft;
- Honing: de antioxidanten in honing lijken een positief effect te hebben op het ontstaan van hart- en vaatziekten, terwijl andere onderzoeken aantonen dat honing mogelijk positieve effecten op depressieve gevoelens heeft[1];
- Citroen bevat veel vitamine C dat de opname van ijzer stimuleert, terwijl de oplosbare vezels positief werken op de gezondheid van hart en bloedvaten door het 'slechte' LDL-cholesterolniveau te verlagen. Minder bekend is dat het regelmatig consumeren van citrusvruchten ook al een positief effect heeft op depressieve gevoelens[2].
Ingrediënten:
- sap van één citroen
- twee eetlepels honing
- vier eetlepels extra vergine olijfolie
Bereiding:
Pers de citroen uit en giet het sap in een flesje. Voeg de honing en olijfolie toe en schud het flesje tot de drie ingrediënten goed gemengd zijn. Sluit het flesje luchtdicht af en zet hem in de koelkast. Goed schudden voor ieder gebruik.
Het wordt aanbevolen om van dit huismiddel een maand lang iedere ochtend één eetlepel per dag op een lege maag in te nemen. Deze routine kan na zes maanden opnieuw worden herhaald.
Tegenwoordig wordt het drinken van een glas water met citroensap (of zelfs puur citroensap) op de nuchtere maag soms aanbevolen om je metabolisme op gang te brengen. Of dat echt werkt weten we niet, maar ons recept is zonder enige twijfel supergezond.
Overigens is dit mengsel ook een perfecte dressing voor iedere salade! Men noemt het dan een vinaigrette, omdat olijfolie en citroensap van nature niet met elkaar willen mengen.
[1] Ehigiator et al: Honey: A remedy for depression. An investigation by experimental validation and molecular docking
studies in International Journal of Pharmacology and Pharmaceutical Sciences - 2021. Zie hier.
[2] Kakutanie et al: Impact of citrus fruit intake on the mental health of patients with chronic heart failure in Journal of Cardiology - 2022. Zie hier.
2023 wordt een 'off-jaar' voor Albanese olijven
Het oogstjaar 2022 was, zoals de Engelsen zo mooi kunnen zeggen, een bumper year voor Albanese olijven en dus ook voor hun olijfolie. Zo'n bumper year wordt in het Nederlands soms een mastjaar genoemd.
Een mastjaar is in de bosbouw de term voor het verschijnsel waarin loofbomen meer vrucht dragen dan gemiddeld. Een mastjaar komt zo'n beetje eens in de vier jaar voor.
Waar komt de term 'mast' in deze benaming vandaan, zo zul je jezelf op dit moment ongetwijfeld afvragen. Het is een oeroud woord, dat verwant is aan '(vet)mesten' met de betekenis van '(veel) eikels en beukennoten als varkensvoer’. Dit heeft uiteraard ook gevolgen voor de wildstand, aangezien er een overvloed aan voedsel is geweest, zal de populatie van bijvoorbeeld wilde zwijnen het volgende voorjaar sterk kunnen toenemen.
Maar zoveel vruchten produceren kost een boom enorm veel energie en het volgende jaren betaalt hij daarvoor de prijs met zogenaamde beurtjaren, waarin er weinig of geen vruchten aan de boom komen.
Dat proces van mastjaren en beurtjaren komt ook bij olijfbomen voor, maar niet op dezelfde manier als bij andere loofbomen het geval is. Olijfbomen hebben namelijk een tweejarige cyclus die men 'on' en 'off' noemt.
In het Spaans noemt men dit fenomeen véceria, afgeleid van het woord verera, wat zoiets betekent als 'om en om'. Het woord wordt bijvoorbeeld ook gebruikt bij gemeenschappelijke kuddes schapen, waarbij dorpsbewoners 'om en om' de wacht houden. Bij olijfbomen beschrijft véceria de cyclus van mastjaren en beurtjaren. Een grote olijfoogst in het ene jaar (het mastjaar) wordt het daarop volgende jaar meestal gevolgd door een lage productie als gevolg van de uitputting van de olijfboom (het beurtjaar). De olijfboom neemt een jaar de tijd om weer op krachten te komen.
In 2022 zat voor de Albanese olijfbomen alles mee. De meeste olijfbomen hadden een 'on-jaar' en er waren bovendien prachtige weersomstandigheden met precies genoeg neerslag op de juiste momenten. Dat alles zorgde voor perfecte groeicondities voor de olijfbomen. Die olijfbomen konden dus veel, heel veel olijven produceren.
Maar die overdaad aan olijven in 2022 vergde zoveel energie van die olijfbomen dat er voor het oogstjaar 2023 heel wat minder olijven beschikbaar zullen komen voor de Albanese extra vergine olijfolie.
De binnenlandse vraag zal naar verwachting ongeveer gelijk blijven. Voor de export zal er daardoor echter fors minder olijfolie beschikbaar komen, al lijkt dat een minder groot probleem te zijn dan het in eerste instantie lijkt. Vorig jaar konden de Albanese olijfboeren hun olijfolie soms slechts tegen bodemprijzen (of zelfs onder de kostprijs) kwijt aan voornamelijk Italiaanse handelaren. Er ontstond dus in 2023 een nieuwe balans met hogere prijzen voor de extra vergine olijfolie die ten goede zal komen aan de Albanese economie.
Een mastjaar is in de bosbouw de term voor het verschijnsel waarin loofbomen meer vrucht dragen dan gemiddeld. Een mastjaar komt zo'n beetje eens in de vier jaar voor.
Waar komt de term 'mast' in deze benaming vandaan, zo zul je jezelf op dit moment ongetwijfeld afvragen. Het is een oeroud woord, dat verwant is aan '(vet)mesten' met de betekenis van '(veel) eikels en beukennoten als varkensvoer’. Dit heeft uiteraard ook gevolgen voor de wildstand, aangezien er een overvloed aan voedsel is geweest, zal de populatie van bijvoorbeeld wilde zwijnen het volgende voorjaar sterk kunnen toenemen.
Maar zoveel vruchten produceren kost een boom enorm veel energie en het volgende jaren betaalt hij daarvoor de prijs met zogenaamde beurtjaren, waarin er weinig of geen vruchten aan de boom komen.
Dat proces van mastjaren en beurtjaren komt ook bij olijfbomen voor, maar niet op dezelfde manier als bij andere loofbomen het geval is. Olijfbomen hebben namelijk een tweejarige cyclus die men 'on' en 'off' noemt.
In het Spaans noemt men dit fenomeen véceria, afgeleid van het woord verera, wat zoiets betekent als 'om en om'. Het woord wordt bijvoorbeeld ook gebruikt bij gemeenschappelijke kuddes schapen, waarbij dorpsbewoners 'om en om' de wacht houden. Bij olijfbomen beschrijft véceria de cyclus van mastjaren en beurtjaren. Een grote olijfoogst in het ene jaar (het mastjaar) wordt het daarop volgende jaar meestal gevolgd door een lage productie als gevolg van de uitputting van de olijfboom (het beurtjaar). De olijfboom neemt een jaar de tijd om weer op krachten te komen.
In 2022 zat voor de Albanese olijfbomen alles mee. De meeste olijfbomen hadden een 'on-jaar' en er waren bovendien prachtige weersomstandigheden met precies genoeg neerslag op de juiste momenten. Dat alles zorgde voor perfecte groeicondities voor de olijfbomen. Die olijfbomen konden dus veel, heel veel olijven produceren.
Maar die overdaad aan olijven in 2022 vergde zoveel energie van die olijfbomen dat er voor het oogstjaar 2023 heel wat minder olijven beschikbaar zullen komen voor de Albanese extra vergine olijfolie.
De binnenlandse vraag zal naar verwachting ongeveer gelijk blijven. Voor de export zal er daardoor echter fors minder olijfolie beschikbaar komen, al lijkt dat een minder groot probleem te zijn dan het in eerste instantie lijkt. Vorig jaar konden de Albanese olijfboeren hun olijfolie soms slechts tegen bodemprijzen (of zelfs onder de kostprijs) kwijt aan voornamelijk Italiaanse handelaren. Er ontstond dus in 2023 een nieuwe balans met hogere prijzen voor de extra vergine olijfolie die ten goede zal komen aan de Albanese economie.
Berat: Het centrum van de Albanese olijfolie
Nee, Albanië staat niet bekend om zijn voortreffelijke extra vergine olijfolie. Nog niet, want geloof ons: ze produceren in dat land extra vergine olijfolie die zich kan meten met de allerbeste ter wereld.
Onze extra vergine olijfolie wordt geperst uit olijven die geteeld worden op de hellingen van de bergen rond de stad Berat. Van alle olijfolie die wordt geproduceerd in Albanië, komt het grootste gedeelte uit de regio van Berat. Zoveel natuurschoon biedt de omgeving dat Tomorr, een bijna mythische bergketen nabij Berat, tot nationaal park is uitgeroepen. Vanuit het citadel van Berat kijk je uit over deze prachtige bergketen.
De Osum-rivier kronkelt zich een weg door de stad, waardoor Berat in twee delen wordt gesplitst. De Goricabrug (Ura e Goricës) over de Osum verbindt beide stadsdelen en is een van de oudste door de Ottomanen gebouwde bruggen in Albanië. De karakteristieke ramen van de traditionele huizen weerspiegelen prachtig vanaf de overkant van de rivier, waardoor de stad bekend staat als de 'Stad met 1000 ramen'. Berat staat door dit alles op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO.
Berat wordt gedomineerd door de citadel van Berat Castle (Kalaja e Beratit), gebouwd op een heuvel op de linkeroever van de rivier de Osum en is alleen toegankelijk vanuit het zuiden. Een citadel is het versterkte deel van een stad.
Deze citadel werd 2400 jaar geleden gesticht, maar rond het jaar 200 vChr verwoest door de Romeinen. In de vijfde eeuw lag het juist weer zo strategisch dat diezelfde Romeinen besloten het maar weer op te bouwen om de Balkan te beschermen tegen de invasies van barbaren. De citadel werd in zowel de 5e, de 6e als de 13e eeuw uitgebreid onder Byzantijnse en Ottomaanse veroveraars.
De citadel van Berat is tegenwoordig aanzienlijk vervallen, maar blijft een imposant gezicht. Zo'n groot oppervlakte had het ooit dat het een aanzienlijk deel van de inwoners van de stad kon huisvesten. De meeste gebouwen binnen de citadel zijn gebouwd in de 13e eeuw en zijn vanwege hun karakteristieke architectuur bewaard gebleven als culturele monumenten. De bevolking van de citadel was christelijk en Berat bezat ongeveer twintig kerken en slechts één moskee, in gebruik door de manschappen van het Byzantijnse, Ottomaanse en Turkse garnizoen. De benamingen verschillen, maar de overheersers kwamen steeds uit het huidige Turkije.
Tegenwoordig huist in de citadel een bloeiende gemeenschap. Ze wonen en werken in huizen uit de Ottomaanse periode, in familierestaurants en in souvenirwinkels, waar lokaal geproduceerde producten worden verkocht. Je vindt hier vele historische bezienswaardigheden en je krijgt het gevoel dat je een stap terug doet in de tijd. De citadel van Berat is de enige nog steeds bewoonde citadel van de Balkan.
Onze extra vergine olijfolie wordt geperst uit olijven die geteeld worden op de hellingen van de bergen rond de stad Berat. Van alle olijfolie die wordt geproduceerd in Albanië, komt het grootste gedeelte uit de regio van Berat. Zoveel natuurschoon biedt de omgeving dat Tomorr, een bijna mythische bergketen nabij Berat, tot nationaal park is uitgeroepen. Vanuit het citadel van Berat kijk je uit over deze prachtige bergketen.
De Osum-rivier kronkelt zich een weg door de stad, waardoor Berat in twee delen wordt gesplitst. De Goricabrug (Ura e Goricës) over de Osum verbindt beide stadsdelen en is een van de oudste door de Ottomanen gebouwde bruggen in Albanië. De karakteristieke ramen van de traditionele huizen weerspiegelen prachtig vanaf de overkant van de rivier, waardoor de stad bekend staat als de 'Stad met 1000 ramen'. Berat staat door dit alles op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO.
Berat wordt gedomineerd door de citadel van Berat Castle (Kalaja e Beratit), gebouwd op een heuvel op de linkeroever van de rivier de Osum en is alleen toegankelijk vanuit het zuiden. Een citadel is het versterkte deel van een stad.
Deze citadel werd 2400 jaar geleden gesticht, maar rond het jaar 200 vChr verwoest door de Romeinen. In de vijfde eeuw lag het juist weer zo strategisch dat diezelfde Romeinen besloten het maar weer op te bouwen om de Balkan te beschermen tegen de invasies van barbaren. De citadel werd in zowel de 5e, de 6e als de 13e eeuw uitgebreid onder Byzantijnse en Ottomaanse veroveraars.
De citadel van Berat is tegenwoordig aanzienlijk vervallen, maar blijft een imposant gezicht. Zo'n groot oppervlakte had het ooit dat het een aanzienlijk deel van de inwoners van de stad kon huisvesten. De meeste gebouwen binnen de citadel zijn gebouwd in de 13e eeuw en zijn vanwege hun karakteristieke architectuur bewaard gebleven als culturele monumenten. De bevolking van de citadel was christelijk en Berat bezat ongeveer twintig kerken en slechts één moskee, in gebruik door de manschappen van het Byzantijnse, Ottomaanse en Turkse garnizoen. De benamingen verschillen, maar de overheersers kwamen steeds uit het huidige Turkije.
Tegenwoordig huist in de citadel een bloeiende gemeenschap. Ze wonen en werken in huizen uit de Ottomaanse periode, in familierestaurants en in souvenirwinkels, waar lokaal geproduceerde producten worden verkocht. Je vindt hier vele historische bezienswaardigheden en je krijgt het gevoel dat je een stap terug doet in de tijd. De citadel van Berat is de enige nog steeds bewoonde citadel van de Balkan.
Albanese olijfolie: Van overdaad naar overschot
Overal in de media verschenen in 2023 treurigstemmende berichten dat de oogst van olijven in Europa en Noord-Afrika in het najaar van 2022 tegenviel als gevolg van de te hete zomer met te weinig neerslag. Tegelijkertijd neemt wereldwijd de consumptie van olijfolie toe en iedereen snapt wat het gevolg van beide zaken is: de prijs van olijfolie zal opnieuw stijgen.
Er is echter één uitzondering op die trend: Albanië.
In het oogstjaar 2022 bleek dat in Albanië meer dan vier keer zoveel olijfolie was geproduceerd dan het jaar ervoor. De export naar (voornamelijk) Italië groeide in de eerste vier maanden van 2023 van slechts 326 ton naar 1,258 ton. Geschat wordt dat er in Albanië intussen ongeveer 10.7 miljoen olijfbomen geplant zijn, wat een toename van wel 30 procent is ten opzichte van de vorige decade.
Het jaar 2023 is dus een bijzonder jaar en gegevens tonen aan dat in 2022 de import van Albanese olijven en olijfolie naar de Europese Gemeenschap zo'n €14 miljoen bedroeg, een toename van 17 procent ten opzichte van het voorgaande jaar. Dat schamele bedrag neemt bijna 10 procent van de totale Albanese agrarische export voor zijn rekening.
Die overproductie heeft echter ook negatieve gevolgen, want door gebrek aan goede en betrouwbare exportkanalen worden boeren bijna gedwongen hun olijfolie tegen bodemprijzen te verkopen. Daardoor is de Albanese economie niet echt geholpen met de overdaad aan olijfolie. Volgens locale media is het zelfs zo dat het grootste deel van de Albanese export tegen een verlieslatende prijs van €3.60 per liter in bulk naar Italië wordt verscheept, waar het gebotteld en verkocht wordt met op het etiket de woorden 'Gebotteld in Italië' of zonder de herkomst van de olijven te benoemen.
Bovendien wordt deze Italiaanse olijfolie op industriële schaal geproduceerd, waardoor het net als koffie, thee of Franse wijn, een smaakprofiel moet hebben dat aanvaardbaar is voor het grootste aantal consumenten. Die vlakke en neutrale smaak wordt verkregen door olijfolie van allerlei landen en zelfs oogstjaren met elkaar te mengen.
Is dat nog 'extra vergine olijfolie' zo vragen mensen zich terecht af. Het antwoord is dat het nog net aan de onderkant van de afspraken zit met een zuurgraad van net iets meer dan twee procent. Daarmee is het net niet 'vergine olijfolie', dat veel goedkoper hoort te zijn.
In ons land zal de prijs van extra vergine olijfolie zonder enig twijfel toenemen. Omdat de Albanese productie zo overdadig was, blijft bij deze olijfolie die prijsverhoging binnen de perken, al hebben ook die importeurs uiteraard te maken met hogere vervoerskosten, energiekosten en salarissen.
Er is echter één uitzondering op die trend: Albanië.
In het oogstjaar 2022 bleek dat in Albanië meer dan vier keer zoveel olijfolie was geproduceerd dan het jaar ervoor. De export naar (voornamelijk) Italië groeide in de eerste vier maanden van 2023 van slechts 326 ton naar 1,258 ton. Geschat wordt dat er in Albanië intussen ongeveer 10.7 miljoen olijfbomen geplant zijn, wat een toename van wel 30 procent is ten opzichte van de vorige decade.
Het jaar 2023 is dus een bijzonder jaar en gegevens tonen aan dat in 2022 de import van Albanese olijven en olijfolie naar de Europese Gemeenschap zo'n €14 miljoen bedroeg, een toename van 17 procent ten opzichte van het voorgaande jaar. Dat schamele bedrag neemt bijna 10 procent van de totale Albanese agrarische export voor zijn rekening.
Die overproductie heeft echter ook negatieve gevolgen, want door gebrek aan goede en betrouwbare exportkanalen worden boeren bijna gedwongen hun olijfolie tegen bodemprijzen te verkopen. Daardoor is de Albanese economie niet echt geholpen met de overdaad aan olijfolie. Volgens locale media is het zelfs zo dat het grootste deel van de Albanese export tegen een verlieslatende prijs van €3.60 per liter in bulk naar Italië wordt verscheept, waar het gebotteld en verkocht wordt met op het etiket de woorden 'Gebotteld in Italië' of zonder de herkomst van de olijven te benoemen.
Bovendien wordt deze Italiaanse olijfolie op industriële schaal geproduceerd, waardoor het net als koffie, thee of Franse wijn, een smaakprofiel moet hebben dat aanvaardbaar is voor het grootste aantal consumenten. Die vlakke en neutrale smaak wordt verkregen door olijfolie van allerlei landen en zelfs oogstjaren met elkaar te mengen.
Is dat nog 'extra vergine olijfolie' zo vragen mensen zich terecht af. Het antwoord is dat het nog net aan de onderkant van de afspraken zit met een zuurgraad van net iets meer dan twee procent. Daarmee is het net niet 'vergine olijfolie', dat veel goedkoper hoort te zijn.
In ons land zal de prijs van extra vergine olijfolie zonder enig twijfel toenemen. Omdat de Albanese productie zo overdadig was, blijft bij deze olijfolie die prijsverhoging binnen de perken, al hebben ook die importeurs uiteraard te maken met hogere vervoerskosten, energiekosten en salarissen.
Albanees Zeezout
In zuidelijk Albanië ligt de kustplaats Vlorë op het kruispunt van de Ionische en Adriatische Zee. De plaats is gesitueerd in het oostelijke deel van de Straat van Otranto, omringd door de uitlopers van het Ceraunische gebergte. De plaats werd gesticht als een oeroude Griekse kolonie onder de naam Aulṓn (Αὐλών), wat zoiets betekende als 'kanaal' of 'vallei'. Vlorë ligt veilig beschut in de gelijknamige Baai van Vlorë.
In het noorden van de Baai van Vlorë ligt de Laguna e Nartës (Narta Lagune). Deze lagune is van de zee gescheiden door middel van een smalle duinenrij. Een populatie van wel 3,000 flamingo's (Phoenicopterus roseus) scharrelt in de lagune in alle rust hun kostje bij elkaar.
De omstandigheden zijn er perfect voor de productie van zeezout. De Ionische Zee heeft de beste kwaliteit zeewater van de hele Middellandse Zee. Het azuurblauwe zeewater is er superschoon. De zon is er krachtig genoeg om op een economisch verantwoorde manier zeezout te winnen.
De productie van zeezout is er pas in 1958 begonnen en zorgde voor de zo noodzakelijke werkgelegenheid voor ongeveer 250 man (en vrouw). Tussen 1975 tot 1985 bereikte de productie zijn hoogtepunt met bijna 140,000 ton zeezout, terwijl zo'n 1250 mensen er hun salaris mee konden verdienen. Daarna is de zeezoutproductie langzaam in verval geraakt. Tegenwoordig proberen de Albanezen hun tradities weer op te pakken en is het zeezout opnieuw in steeds ruimere mate beschikbaar.
Aljeta Zeezout is 100% puur. Het zout wordt geproduceerd door zeewater in de Laguna e Nartës op een volstrekt natuurlijke manier te laten verdampen. Dit traditionele proces maakt slechts gebruikt van de kracht van zonlicht. Hierdoor krijgt het zout zijn unieke smaak.
Aljeta Zeezout is een essentiële smaakmaker die in iedere keuken een ereplaats verdient. Het verdiept de smaak van alle gerechten. De toepassingen zijn eindeloos. De zuivere, grove kristalkorrels van het Zeezout kun je vermalen toevoegen tijdens het koken of gebruiken als een finishing touch over al je favoriete gerechten.
Denk bijvoorbeeld ook eens aan een bruschetta. Dat is een snee geroosterd stokbrood, slechts ingesmeerd met een teentje knoflook, besprenkeld met Aljeta extra vergine olijfolie en tot slot op smaak gebracht met een paar korrels Aljeta Zeezout. Eenvoudig en puur. Meer is echt niet nodig om te kunnen genieten.
Bestel je Albanese Aljeta Zeezout hier.
In het noorden van de Baai van Vlorë ligt de Laguna e Nartës (Narta Lagune). Deze lagune is van de zee gescheiden door middel van een smalle duinenrij. Een populatie van wel 3,000 flamingo's (Phoenicopterus roseus) scharrelt in de lagune in alle rust hun kostje bij elkaar.
De omstandigheden zijn er perfect voor de productie van zeezout. De Ionische Zee heeft de beste kwaliteit zeewater van de hele Middellandse Zee. Het azuurblauwe zeewater is er superschoon. De zon is er krachtig genoeg om op een economisch verantwoorde manier zeezout te winnen.
De productie van zeezout is er pas in 1958 begonnen en zorgde voor de zo noodzakelijke werkgelegenheid voor ongeveer 250 man (en vrouw). Tussen 1975 tot 1985 bereikte de productie zijn hoogtepunt met bijna 140,000 ton zeezout, terwijl zo'n 1250 mensen er hun salaris mee konden verdienen. Daarna is de zeezoutproductie langzaam in verval geraakt. Tegenwoordig proberen de Albanezen hun tradities weer op te pakken en is het zeezout opnieuw in steeds ruimere mate beschikbaar.
Aljeta Zeezout is 100% puur. Het zout wordt geproduceerd door zeewater in de Laguna e Nartës op een volstrekt natuurlijke manier te laten verdampen. Dit traditionele proces maakt slechts gebruikt van de kracht van zonlicht. Hierdoor krijgt het zout zijn unieke smaak.
Aljeta Zeezout is een essentiële smaakmaker die in iedere keuken een ereplaats verdient. Het verdiept de smaak van alle gerechten. De toepassingen zijn eindeloos. De zuivere, grove kristalkorrels van het Zeezout kun je vermalen toevoegen tijdens het koken of gebruiken als een finishing touch over al je favoriete gerechten.
Denk bijvoorbeeld ook eens aan een bruschetta. Dat is een snee geroosterd stokbrood, slechts ingesmeerd met een teentje knoflook, besprenkeld met Aljeta extra vergine olijfolie en tot slot op smaak gebracht met een paar korrels Aljeta Zeezout. Eenvoudig en puur. Meer is echt niet nodig om te kunnen genieten.
Bestel je Albanese Aljeta Zeezout hier.
Het klimaat van Albanië
Qua klimaat is Albanië misschien niet een land van uitersten, maar er bestaan wel degelijk lokale verschillen. De klimatologische omstandigheden van het land worden 'gestuurd' door het landschap. Het zuidelijke en westelijke deel van Albanië hebben een typische Mediterraan klimaat, terwijl de noordelijke en oostelijke delen juist weer een typisch landklimaat hebben. Die verschillen zijn het gevolg van het bergachtige landschap.
Olijfbomen staan voornamelijk in die delen met het Mediterrane klimaat, al zul je enkele verdwaalde exemplaren ook wel elders in het land kunnen aantreffen. De aanplant volgt in de gebieden met het landklimaat vooral de valleien van de rivieren die in Albanië van oost naar west stromen. In die valleien kan de olijfboom tot op een hoogte van zo'n 600 meter levensvatbaar zijn en een jaarlijkse oogst van olijven opleveren. Daarboven wordt het ze te fris.
Genetisch onderzoek aan Albanese olijven heeft aan het licht gebracht dat er 22 verschillende inheemse cultivars bestaan die strikt verdeeld zijn over zes regio's: Berat, Elbasan, Kruja, Lezha, Tirana en Vlorë[1].
Al die cultivars hebben exotisch klinkende namen, namelijk Boç, Frëng, Kalinjot, Karre, Kushan, Kotruvs, Kokërrmadh Berati, Mixan, Kokërrmadh Elbasani, Micka, Krips, Managjel, Nisjot, Peperri, Ulli deti, Ulli i zi, Ulli bardhë Lezha, Sterbjak, Ulli i kuq, Bardhi Kruja, Bardhi Tirana (Bianco di Tirana) en Ulli i bardhë Berati. Alle andere benamingen, die je tegen kunt komen, zijn slechts locale variaties op die oervormen.
Dat er zoveel inheemse cultivars in Albanië worden aangetroffen is een belangrijke aanwijzing dat olijven al millennia in het land worden aangeplant. Daarin verschilt Albanië in niets van alle andere landen rondom de Middellandse Zee. Het lange isolement van het land heeft echter voor de olijven juist voor een positief effect gezorgd. De locale varianten zijn nooit vervangen door cultivars die mogelijk meer opbrengst zouden kunnen opleveren of meer appeleren aan de 'westerse smaak'.
De smaak van de Albanese extra vergine olijfolie (vaj ulliri ekstra i virgjer) is daarom vermoedelijk het beste te vergelijken met die van de olijfolie in de Klassieke Oudheid: puur en krachtig.
[1] Topi et al: Olive Oil Production in Albania, Chemical Characterization, and Authenticity in Olive Oil: New Perspective and Applications - 2022
Olijfbomen staan voornamelijk in die delen met het Mediterrane klimaat, al zul je enkele verdwaalde exemplaren ook wel elders in het land kunnen aantreffen. De aanplant volgt in de gebieden met het landklimaat vooral de valleien van de rivieren die in Albanië van oost naar west stromen. In die valleien kan de olijfboom tot op een hoogte van zo'n 600 meter levensvatbaar zijn en een jaarlijkse oogst van olijven opleveren. Daarboven wordt het ze te fris.
Genetisch onderzoek aan Albanese olijven heeft aan het licht gebracht dat er 22 verschillende inheemse cultivars bestaan die strikt verdeeld zijn over zes regio's: Berat, Elbasan, Kruja, Lezha, Tirana en Vlorë[1].
Al die cultivars hebben exotisch klinkende namen, namelijk Boç, Frëng, Kalinjot, Karre, Kushan, Kotruvs, Kokërrmadh Berati, Mixan, Kokërrmadh Elbasani, Micka, Krips, Managjel, Nisjot, Peperri, Ulli deti, Ulli i zi, Ulli bardhë Lezha, Sterbjak, Ulli i kuq, Bardhi Kruja, Bardhi Tirana (Bianco di Tirana) en Ulli i bardhë Berati. Alle andere benamingen, die je tegen kunt komen, zijn slechts locale variaties op die oervormen.
Dat er zoveel inheemse cultivars in Albanië worden aangetroffen is een belangrijke aanwijzing dat olijven al millennia in het land worden aangeplant. Daarin verschilt Albanië in niets van alle andere landen rondom de Middellandse Zee. Het lange isolement van het land heeft echter voor de olijven juist voor een positief effect gezorgd. De locale varianten zijn nooit vervangen door cultivars die mogelijk meer opbrengst zouden kunnen opleveren of meer appeleren aan de 'westerse smaak'.
De smaak van de Albanese extra vergine olijfolie (vaj ulliri ekstra i virgjer) is daarom vermoedelijk het beste te vergelijken met die van de olijfolie in de Klassieke Oudheid: puur en krachtig.
[1] Topi et al: Olive Oil Production in Albania, Chemical Characterization, and Authenticity in Olive Oil: New Perspective and Applications - 2022
Het traditionele Albanië
In de Balkan ligt Albanië verstopt tussen Montenegro, Kosovo, Noord-Macedonië en Griekenland. Het is een voor de meeste Nederlanders volstrekt onbekend land en dat is zeker niet terecht, want het land heeft hen wel degelijk het nodige te bieden.
Het heeft Albanië de laatste eeuwen natuurlijk ook niet echt meegezeten. Lange tijd overheerst door de Byzantijnen, Ottomanen en Turken (drie verschillende termen voor hetzelfde volk), werd het land pas in 1913 onafhankelijk bij het Verdrag van Londen. Lang bleef het er niet rustig, want Albanië werd in zowel de Eerste als de Tweede Wereldoorlog bijkans vermorzeld door de rivaliserende grootmachten. Na de Tweede Wereldoorlog werd het land een satellietstaat van de toenmalige Sovjet-Unie en lag Albanië zo geïsoleerd dat het nauwelijks contact had met zowel het Westen als het Oostblok. Pas in 1991 kwam er een einde aan dat isolement en sindsdien is Albanië een parlementaire democratie.
Het gevolg van deze wat treurige geschiedenis is dat het lijkt alsof de tijd er heeft stilgestaan. Dat is vooral in het binnenland het geval, want aan de kust hebben de eerste toeristen de soms oogverblindende schoonheid van het land al ontdekt en nemen reisorganisaties Albanië gretig op in hun online reisgidsen.
De gemiddelde levensstandaard van de Albanezen is nog relatief laag, maar dat betekent niet direct dat de meeste mensen arm zijn. Veel families bezitten kleine olijfboomgaarden, waar ze al eeuwenlang op een traditionele manier en met de grootste zorg hun olijfolie uit produceren.
Nee, denk in Albanië niet aan eindeloze (en troosteloze) zeeën van olijfbomen, zoals bijvoorbeeld in Tunesië het geval is. Daar staan bijna 100 miljoen bomen te wachten op de jaarlijkse oogst. Veel van die olijfolie wordt in Tunesië in 1000 liter IBC-tanks naar (vooral) Spanje verscheept. Aangekomen in Spanje wordt het veel te vaak gemengd met Spaanse olijfolie en vervolgens geëxporteerd als 'Spaans'.
In Albanië is vrijwel alles nog kleinschalig. De meeste families hebben precies genoeg bomen om het jaar met voldoende olijfolie door te komen. Maar in de bergen rondom de plaats Berat en omliggende dorpen staan de hellingen tegenwoordig vol met olijfbomen. De bewoners van de streek produceren veel meer dan zo nodig hebben en die overvloed verkopen ze om de levensstandaard van henzelf en hun omgeving te verbeteren.
Maar na eeuwen van isolatie is het voor hen niet zo eenvoudig om de juiste wegen te vinden om de export van olijfolie in goede banen te leiden. Iedere tussenhandelaar eet immers iets van de toch al kleine winstmarge weg. Wat de mensen nodig hadden was een gepassioneerde importeur met het hart op de juiste plaats. Die hebben ze gevonden in Chris Versteeg, eigenaar van Aljeta en actief met een webshop in Nederland en België.
Aljeta verkoopt perfecte extra vergine olijfolie uit Albanië voor een zeer aanvaardbare prijs.
Het heeft Albanië de laatste eeuwen natuurlijk ook niet echt meegezeten. Lange tijd overheerst door de Byzantijnen, Ottomanen en Turken (drie verschillende termen voor hetzelfde volk), werd het land pas in 1913 onafhankelijk bij het Verdrag van Londen. Lang bleef het er niet rustig, want Albanië werd in zowel de Eerste als de Tweede Wereldoorlog bijkans vermorzeld door de rivaliserende grootmachten. Na de Tweede Wereldoorlog werd het land een satellietstaat van de toenmalige Sovjet-Unie en lag Albanië zo geïsoleerd dat het nauwelijks contact had met zowel het Westen als het Oostblok. Pas in 1991 kwam er een einde aan dat isolement en sindsdien is Albanië een parlementaire democratie.
Het gevolg van deze wat treurige geschiedenis is dat het lijkt alsof de tijd er heeft stilgestaan. Dat is vooral in het binnenland het geval, want aan de kust hebben de eerste toeristen de soms oogverblindende schoonheid van het land al ontdekt en nemen reisorganisaties Albanië gretig op in hun online reisgidsen.
De gemiddelde levensstandaard van de Albanezen is nog relatief laag, maar dat betekent niet direct dat de meeste mensen arm zijn. Veel families bezitten kleine olijfboomgaarden, waar ze al eeuwenlang op een traditionele manier en met de grootste zorg hun olijfolie uit produceren.
Nee, denk in Albanië niet aan eindeloze (en troosteloze) zeeën van olijfbomen, zoals bijvoorbeeld in Tunesië het geval is. Daar staan bijna 100 miljoen bomen te wachten op de jaarlijkse oogst. Veel van die olijfolie wordt in Tunesië in 1000 liter IBC-tanks naar (vooral) Spanje verscheept. Aangekomen in Spanje wordt het veel te vaak gemengd met Spaanse olijfolie en vervolgens geëxporteerd als 'Spaans'.
In Albanië is vrijwel alles nog kleinschalig. De meeste families hebben precies genoeg bomen om het jaar met voldoende olijfolie door te komen. Maar in de bergen rondom de plaats Berat en omliggende dorpen staan de hellingen tegenwoordig vol met olijfbomen. De bewoners van de streek produceren veel meer dan zo nodig hebben en die overvloed verkopen ze om de levensstandaard van henzelf en hun omgeving te verbeteren.
Maar na eeuwen van isolatie is het voor hen niet zo eenvoudig om de juiste wegen te vinden om de export van olijfolie in goede banen te leiden. Iedere tussenhandelaar eet immers iets van de toch al kleine winstmarge weg. Wat de mensen nodig hadden was een gepassioneerde importeur met het hart op de juiste plaats. Die hebben ze gevonden in Chris Versteeg, eigenaar van Aljeta en actief met een webshop in Nederland en België.
Aljeta verkoopt perfecte extra vergine olijfolie uit Albanië voor een zeer aanvaardbare prijs.
Abonneren op:
Posts (Atom)